Onlangs was ik bij mijn moeder en natuurlijk, zoals iedere moeder zou doen, viel het haar op dat ik ben aangekomen en al snel werd dat gevolgd door de woorden dat ik te veel met alternatieve dingen bezig zou zijn, maar wat is dan alternatief.
alternatief. 1 al·ter·na·tief (bijvoeglijk naamwoord)
1.de keus latend tussen twee zaken of mogelijkheden: alternatieve plannen; alternatieve geneeswijzen, alternatieve straffen andere dan de gebruikelijke.
2.anders dan de massa: alternatieve types.
alternatief. 2 al·ter·na·tief (het; o; meervoud: alternatieven)
1.de andere van twee mogelijkheden die zich voordoen.
Nu snap ik dat ze dan doelt op hoe ik medicatie benader, maar wat is dan alternatief ? Daarop vinden we het volgende op het internet.
De term alternatieve geneeswijze is in Nederland gangbaar geworden, nadat de Commissie Alternatieve Geneeswijzen (Commissie Muntendam) in 1981 een rapport aan de Nederlandse regering uitbracht met aanbevelingen om een aantal alternatieve behandelingen wetenschappelijk te laten onderzoeken. De Nederlandse regering heeft in 1983 de Gezondheidsraad om advies gevraagd. De daarvoor door de Gezondheidsraad geïnstalleerde commissie volgt de Commissie Muntendam in het gebruik van de termen “regulier” en “alternatief”. De commissie wil echter niet spreken over “alternatieve geneeswijzen”, maar kiest voor de neutralere aanduiding alternatieve behandelwijzen, vanwege het ontbreken van bewijs voor “genezing”. Sommigen geven de voorkeur aan de term complementaire behandelwijze om te benadrukken dat deze behandelwijzen niet bedoeld zijn als vervanging van de geneeskunde. De KNMG, de Nederlandse artsenfederatie, spreekt van niet-reguliere behandelwijzen. De termen “alternatief”, “complementair” en “geneeswijze” worden niet gebruikt, omdat deze de indruk kunnen geven dat deze een alternatief of aanvulling kunnen vormen of ook werkelijk tot genezing kunnen leiden.
Alternatieve geneeswijze en complementaire geneeswijze zijn verzamelnamen voor behandelmethoden en diagnostische concepten die niet tot de reguliere geneeskunde behoren. Daaronder vallen natuurgeneeskundige behandelingen, lichaamstherapieprocedures, enkele ontspanningsprocedures en behandelmethoden zoals homeopathie, kruidengeneeskunde en osteopathie, evenals methoden zoals de antroposofische geneeswijze, Ayurveda, traditionele Chinese geneeskunde en/of de Orthomoleculaire behandelwijze. Sommige van deze vormen in de geneeskunde zijn al duizend jaren oud en sommige vormen zijn in de vorige eeuw ontstaan.
Over het ontstaan van ayurveda bestaat veel onzekerheid, maar aanhangers beweren dat het zich meer dan drieduizend jaar geleden in India ontwikkelde. Ayurveda is oorspronkelijk gebaseerd op oude teksten in het Sanskriet, ondanks het feit dat deze oude teksten nog steeds de basis van de ayurveda vormen is de ontwikkeling niet stil blijven staan. Handelsbetrekkingen met China, contacten met Perzië via het Mogolrijk (16e en 17e eeuw) en later met Engeland en de rest van de westerse wereld leidden tot een regelmatige aanpassing van de ayurvedische praktijken aan de op dat moment geldende opinies over ziekte en gezondheid.
Sinds Claudius Galenus (150 n.Chr.) werd in de westerse wereld algemeen verondersteld dat ziekten veroorzaakt werden door een onbalans in de vier lichaamssappen, te weten: slijm, bloed, zwarte en gele gal. Therapieën tegen ziekten waren vooral gebaseerd op het weer in harmonie brengen van deze lichaamssappen (zoals door middel van aderlaten, braken of laxatie). Tot aan de 18e eeuw bestonden geneeskundige handelingen nog voornamelijk hieruit en uit primitieve operaties, botzetting en wondbehandelingen.
Het ontstaan van de moderne geneeskunst wordt in de 19e eeuw geplaatst. Vooral door de ontwikkeling in de chemie, laboratoriumonderzoek (mede door het hernieuwde gebruik van de microscoop) en meer klinisch onderzoek, werden oude ideeën van het ontstaan van ziekten vervangen door bacteriologie en virologie.
In de Nederlandse geschiedenis van de geneeskunde zijn reguliere en alternatieve behandelingen pas te onderscheiden na invoering van de Wet Uitoefening Geneeskunst , deze werd in juni 1865 ingevoerd. De wet bepaalde welke medische handelingen tot de reguliere geneeskunde werden gerekend en waren voorbehouden aan artsen. Er werd een artsexamen geïntroduceerd in de gezondheidszorg en het uitoefenen van geneeskunst door onbevoegden werd strafbaar gesteld. In 1993 werd deze wet vervangen door de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (Wet BIG). Met de invoering van de Wet BIG is het absolute verbod op onbevoegd uitoefening van de geneeskunde zoals dat in de Wet Uitoefening Geneeskunst van Thorbecke (1865) was vastgelegd komen te vervallen. Met de wet BIG hebben alle zorgverleners een eigen verantwoordelijkheid gekregen in de zorgverlening.
Orthomoleculaire behandelwijzen dateren uit de jaren 50 van de vorige eeuw. De psychiaters Abram Hoffer en Humphry Osmond behandelden hun schizofrene patiënten met hoge doses nicotinezuur en vitamine C, hoge doses van genoemde vitamines zouden de biochemische reacties weer de goede kant op moeten richten, een therapievorm die vanwege de hoge doseringen vitamines al snel “megavitaminetherapie” werd genoemd. In 1968 introduceerde Linus Pauling, geïnspireerd door het werk van Hoffer en Osmond, de term “orthomoleculair” in het tijdschrift Science. Enige tijd na publicatie van dit artikel werd de definitie verbreed naar het hele organisme en naar ziekten in zijn algemeenheid, ook werd het instrumentarium uitgebreid met andere vitamines en voedingsstoffen.
De kennis van de moderne geneeskunde wordt tegenwoordig verworven volgens natuurwetenschappelijke methoden van onderzoek. Dit noemt men wel evidence-based medicine. Met andere woorden: geneeskunde dient gebaseerd te zijn op bewijs. Dit wil zeggen dat er gezocht wordt naar een logisch verband tussen oorzaak en gevolg, dat de onderzoeken door iedereen identiek moeten kunnen herhaald worden met identieke resultaten in identieke omstandigheden. Het behandelen gebeurt met bewezen werkzame therapie (ook weer evidence-based). Deze methodiek is zeker nog niet op alle aspecten van de moderne westerse geneeskunde van toepassing, het leveren van hard bewijs van werkzaamheid van een methode of behandeling is in de geneeskunde meestal helemaal niet eenvoudig.
Alternatieve geneeswijzen worden soms, en vooral door sceptici, afgedaan als onwetenschappelijk en benoemd als ‘kwakzalverij‘. De Hoge Raad der Nederlanden stelde in 2009 vast dat de medische wereld een behandeling als kwakzalverij beschouwt wanneer, zonder dat daar wetenschappelijk bewijs voor is, gesteld wordt dat iets kan genezen. Uit een TNS NIPO-onderzoek onder de Nederlandse bevolking in 1998 bleek dat 75% van de ondervraagden deze betiteling te ver vond gaan.
Wat wel zeker is dat de verzekering niet alles dekt, ik neem visolie voor de vitamine D (niet gedekt) maar mijn moeder neemt liever het pilletje wat wel vergoed wordt door de verzekering. Wat is dan alternatief, een natuur product of het pilletje van de dokter ? Zover ik het nu begrijp is het “alternatief” als de verzekering het NIET vergoed.